Psych-ose

Het klinkt vreemd maar ik heb altijd van het woord ‘psychose’ gehouden door de betekenis die ik daar zelf aan gaf. Ik interpreteerde dat woord als een afleiding van het Franse woord ‘oser’ en het Griekse woord ‘psyche’. Zo betekende psychose ‘de ziel die durft (spreken)’ en in afgeleide vorm de moed en de kracht hebben om diep in de ziel te kijken en de innerlijke demonen in de ogen te kijken. En dat betekent een psychose voor mij ook. Een psychose is natuurlijk in de eerste plaats een ziekte, want ik ga niet beweren dat een psychotische ervaring gezond is. Ze vervreemdt de persoon van de buitenwereld en vooral van de mensen rondom, zelfs van diegenen die dierbaar zijn. Ook voor de persoon zelf is ze een bevreemdende ervaring die veel angsten kan oproepen. Toch kan een psychose, als ze wat is afgezwakt, een kans zijn om diep in het innerlijk te kijken, omdat volgens mij bij een psychose de innerlijke wereld, zelfs als die diep begraven ligt, naar boven komt en geprojecteerd wordt in de buitenwereld.


Al wat je als waarheid kent wordt onderuit gehaald, een vrije val. Je leert met nieuwe inzichten de wereld te bekijken en te proeven. Je leest de realiteit rondom met nieuwe ogen, je kijkt weer met de verwondering van een kind. Je bent een klein radertje beïnvloed door alles rondom, alles wordt beïnvloed door alles. Je onbewuste pleegt een staatsgreep in je binnenste en spreekt in symbolen en beelden in de buitenwereld. Je speelt je eigen verhaal. Je zintuigen staan volledig open, je bent helderziend, helderhorend en heldervoelend. Je bent helemaal open en daardoor extra kwetsbaar. De natuurkrachten en Griekse goden vechten in je binnenste hun gevecht en openbaren zich in de buitenwereld. Alles wordt een teken.


Het boek ‘Psych-ose’ , in samenwerking met fotograaf Chris Van der Burght, is te koop in de boekhandel op bestelling.


Hieronder kun je fragmenten van de verschillende delen van het boek lezen. De drie delen zijn een herwerking van teksten die ik schreef tussen 2012 en 2017 over psychose. Ze weerspiegelen mijn visie over dit ‘onbegrepen’ ziektebeeld.


De weg naar Engel-land

een zoektocht naar zingeving en liefde…

Als Psyche verken ik de onderwereld in mijzelf
om de liefde terug te vinden
dwalend in het moeras
verdrinkend in de zee
In een bootje gebouwd van hoop
vaar ik op mijn onbewuste
Moed staat aan het roer
Waanzin komt boven, als een reddingsboei
De zee wint altijd
Laat alle hoop varen
Zwart is alle kleur

De liefde is misschien een probleem voor jou, Ingrid?”

Er is nooit die eenvoudige vraag gesteld geweest. Die vraag had mij nochtans duidelijk kunnen maken dat de rode draad de liefde was. Ik zou het probleem in eerste instantie waarschijnlijk ontkend hebben, maar de vraag zou wel blijven hangen zijn.

Liefste Angel,

Waarschijnlijk heb ik alleen maar engelen gekend in mijn leven, maar ik voel me een mens. Ik wil een mens liefhebben. Wie ben je? Waar ben je nu? Zal ik je ontmoeten als ik weer thuis ben in mijn appartement? Angel, ben jij een gewoon mens, gedoemd door je naam zoals ik? Hou ik van jou of van een ander die ik nog niet ken? Ik ga je zeker nog eens ontmoeten als vriendin en dan zien we wel wat het beste is voor ons beiden. De herinnering aan jou in de tuin bij het madeliefje is in ieder geval zeer mooi. Hier in Melle zie ik ook madeliefjes en dan denk ik aan jou. Ben jij wie ik denk dat je bent? Kunnen we het keren? Voorgoed. Voor-goed.


Psychose in vogelperspectief

een denkoefening…

Psychoses blijven me intrigeren. Daarom wil ik een poging doen om na te denken over psychoses, gebaseerd op mijn eigen ervaring. Mijn laatste psychose is acht jaar geleden, dus ik kan daar nu met meer afstand naar kijken, vanuit vogelperspectief. Een reden van die denkoefening is dat ik hoop antwoorden te vinden op de vraag hoe men een psychose zou kunnen voorkomen. Ik wil ook bestuderen of er mogelijkheden zijn om na te gaan hoe men zelf of met behulp van anderen uit een psychose zou kunnen geraken, en dat liefst zonder antipsychotica.


Het is (maar) hoe je het bekijkt

een nieuwe psychose, een nieuw inzicht…

Ik ben thuis, ik kijk naar buiten vanuit mijn appartement. De eenden op het water voelen vertrouwd aan. De twee bomen, de esdoorn en de es, houden de wacht. De vogels vinden bescherming in de schaduw van hun takken. De bomen staan er zoals altijd, enkel de seizoenen doen hen langzaam van haartooi veranderen. Ik heb bijna een jaar geleefd zonder een antipsychoticum in te nemen, in samenspraak met mijn psychiater na een jaar dat medicament langzaam afgebouwd te hebben. Ik heb een gevoeligheid voor psychoses, of beter gezegd, ik heb er al drie gehad, maar ik stond al acht jaar weer in de realiteit en het was mijn droom om te proberen stoppen met dat medicament. Ik dacht dat ik zonder kon of anders op zijn minst de psychoses zou kunnen doorgronden en afronden, om het in mijn woorden te zeggen. Het was een risico, zoals mijn psychiater altijd zei, maar weloverwogen, zoals ik dan antwoordde. Ik hoopte dat de stemmingsstabilisator die ik bleef innemen me zou beschermen. Maar wat volgde had ik toch niet voorzien en had ik me zelfs niet kunnen indenken.

Er is zoveel moois. Het is onmogelijk om alles te vertellen, maar ik kan je wel laten meedromen met de droom van de aarde die ondertussen ook mijn droom is geworden. Het begon nochtans anders, want vijfenveertig jaar moest ik worden om anders te leren zien, horen, luisteren, kijken, voelen en begrijpen. Ik wil een glimp van mijn verhaal tonen, van dat wondermooie sprookje zoals ik het leven nu noem, zodat ook jij een glimp kunt zien van de magie. Zo kun ook jij die magie in jouw leven brengen en die samen met anderen be-leven. Een leven op aarde. Dat is trouwens ook een mooie titel voor een boek.

Ik zit te schrijven aan de tafel van kamer drie in de crisisafdeling van een psychiatrisch ziekenhuis. Oei, zul je denken, maar het is hoe je het bekijkt. Momenteel ben ik zelfs blij dat ik hier zit met de avondzon naast mij. De bomen houden rustig de wacht. Vogels zingen hun laatste lied. En ik heb de luxe alleen te zitten op een tweepersoonskamer, want ik voel me helemaal niet alleen. Ik heb de zon naast mij, de stoel onder mij. Ik heb mijn handen die schrijven, mijn knieën over elkaar. Ik kijk rond en de zon en bladeren van de bomen vormen schilderijen op de muur. Mijn twee laarsjes staan zij aan zij. Mijn tekenpapier en kleurpotloden zijn binnen handbereik. Ik heb hier veel getekend, maar vanavond schrijf ik. Af en toe zet ik mijn bril af en mijmer ik, zet dan mijn bril weer op en schrijf weer een zin, niet gehaast of koortsig zoals vroeger, nee, er is een rust in mij en een blijdschap over al dat moois, die mij zin geeft om te schrijven.

Ik tekende het uitzicht uit het therapielokaal, de kerktoren en de bomen zonder de vensterstijlen, in turkoois. Mijn linkerhand werd geketend door jouw kleine jongensschild. Mijn jonge meisjesschild begon zich te roeren. De stemmen in mijzelf vloeiden samen in één stem, mijn innerlijke stem. Toen had ik vier schilden om in te zetten, mijn mannelijke en vrouwelijke, en niet te vergeten, mijn kleine meisjesschild en kleine jongensschild. Ik had me overgegeven aan mijn innerlijke demon, de natuurlijke vijand van de mens. Verinnerlijkt had ik jou in mijzelf. Het voelde goed en trouwens, ik zag je ook nog in de realiteit. Maar toch, ik besefte dat het mijn strijd was, de strijd in mijzelf.